Er is een oeroude fabel die vaak gebruikt wordt om cognitieve dissonantie te illustreren: ‘de hongerige vos’ van Aesopus. Ik deel hem graag met je, en probeer daarna de tegenstrijdige cognities te achterhalen.

Een hongerige vos zag een fraaie tros druiven hangen aan een lange wijnstok.
‘Die zien er lekker rijp uit,’ dacht de vos.
Hij ging op zijn twee poten staan om de druiven te grijpen,
maar de tros hing te hoog.
De vos nam een aanloopje en sprong hoog in de lucht,
maar nog kon hij de tros niet bereiken.
Wat de vos ook probeerde, het lukte hem niet de druiven te pakken.
Dus gaf hij op. De vos keerde zich om met de neus in de lucht en liep weg alsof het hem niks kon schelen. ‘Ik dacht dat die druiven rijp waren,’ zei hij tegen zichzelf, ‘maar nu zie ik dat ze toch zuur zijn.’
 Aesopus (ca. 600 voor Christus)
Hoge dunk van zichzelf

Het is voor de vos makkelijker om zijn mening over de druiven aan te passen, dan de spanning van tegenstrijdige cognities uit te houden:
1- trek in druiven
2- ik ben goed in het bereiken van druiven
3- ik ben volhardend
4- ik kan de druiven niet bereiken
5- ik geef op.
Blijkbaar heeft de vos een redelijk hoge dunk van zichzelf… Om cognitie 2 en 3, deel van zijn positieve zelfbeeld, overeind te houden, verzacht hij cognitie 4 en 5. Hij doet dat door de druiven zuur te verklaren: ze waren de moeite niet waard, anders had hij zich wel echt ingespannen en ze te pakken gekregen.

DIT IS DEEL 2 IN EEN SERIE OVER COGNITIEVE DISSONANTIE

Klik hier voor het volgende deel
En klik hier voor deel 1

(En als je geïnteresseerd bent in meer fabels van Aesopus: dit is een prachtige uitgave.)