“Als je een schip wilt bouwen, roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen, het werk te verdelen en orders te geven. In plaats daarvan, leer ze verlangen naar de enorme eindeloze zee.”

Een prachtig citaat van de schrijver (van onder andere ‘De kleine prins’) en gevechtspiloot Antoine de St-Exupéry. Het verbindt een beeld van ‘organisatie,’ op zich technisch en kil, met de warme kracht van verbeelding en verlangen. Door middel van het vertellen. Toch is luisteren nog belangrijker.

Tijd voor zachte krachten

In de golfbeweging van analytische naar sociale benaderingen van organisaties (Frits Philips schreef in de jaren ’50 al over het in de Verenigde Staten uitgevonden belang van menselijke benadering (waardering e.d.) van de ’line’ door de ‘staff’*) zijn we in een tijd van aandacht voor ‘zachte krachten’ aanbeland. Door allerlei organisatiologen wordt het belang van een positief mensbeeld voor een positief bedrijfsresultaat onderstreept. De mens positief waarderen, betekent de specifiek menselijke kenmerken van dromen, idealisme, verbeelding en waarden voor het voetlicht halen. Het citaat van De St-Exupéry sluit daar mooi bij aan.

Hoe leer je ‘de mannen’ verlangen naar de enorme eindeloze zee?

Je leert ze verlangen door ze te leren luisteren naar hun eigen verlangen. En je leert ze te luisteren naar hun eigen verlangen door ze te laten vertellen over de momenten dat ze de zee, of een van haar aspecten, hebben meegemaakt en ervan hebben genoten. Hoe was dat voor ze?

Maar als ze de zee niet kennen, hebben ze er geen beeld bij. Wat doe je dan?

Je vertelt zélf over de zee. Wat is de zee? Enorm, eindeloos, … over de kracht van het water, de schittering van de zon, de werking van de wind, opspringende vissen en neer duikende meeuwen. Een horizon als een strakke en on-doorbroken lijn, waaraan plotseling, alsof het uit de zee oprijst, een mast zichtbaar kan worden van een vreemd of bevriend schip, of een berg of eenvoudigweg de contouren van nieuw land, onbekend terrein.

Lees hier over de kracht van storytelling

en je vertelt nog meer…

Je vertelt van de strijd met de elementen, en hoe die een mens tot zichzelf brengen kan en verschillende mensen tot elkaar. Over de tijd die op zee een eeuwigheid kan duren, over de oneindigheid van het water, het vervagen van herinneringen aan wie en wat je achterliet, aan hoe de tijd onderweg alles tot zijn essentie afslijt: spierweefsel, geest, ziel en herinnering.

Uit volle borst vertel je over de zee, en ze kijken je niet begrijpend aan. Want wat is de zee? Wat is eindeloos in termen van ‘zee’? En wat is ‘enorm’ als het om de zee gaat? Daar sta je dan met je goede verhaal. Met alleen een goed verhaal begin je niets.

Lees over sociale organisatie: de invloed van Douglas McGregor

Laat jouw vertellen dus beginnen met luisteren

Welke taal spreken de ‘mannen’? Wat gebeurt er in hun wereld? Welke objecten komen ze tegen? Welke ervaring hebben ze met de elementen? Luisterend vind je de beelden die ze kennen, om die beelden te kunnen gebruiken in je omschrijving van de zee.

Wat Frits Philips erover schreef

* Citaat:

 ”Bij een in Amerika gehouden enquête naar de productiviteit van den arbeider is gebleken dat de belangrijkste factor de ‘sociale atmospheer’ waarin gewerkt wordt was. Hoe bereikt men een zo gunstig mogelijke stemming onder de mensen? Wel, dat is iets, waarmede jaren gemoeid zijn, en dat in feite berust op selectie en opvoeding van het -vooral lagere leidinggevende personeel in de werkplaatsen.

Hun moeten eenvoudige levenswijsheden bijgebracht worden, zoals het feit dat het bekennen van ongelijk geen prestigeverlies is, doch winst betekent. Dat voorts op gewone eerlijke wijze aan elkaar verteld wordt, hoe de gedachte van den een over den ander zijn. Woorden van waardering moeten worden uitgesproken als daar aanleiding voor is. Nieuwe leden van het personeel moeten prettig met medewerkers en superieuren in kennis worden gebracht. Voorlichting over alles wat er in het bedrijf gebeurt en wat de plannen zijn is van het grootste belang. Ook onderling contact buiten de werkplaats, in sport- en ontspanningsverenigingen, kan tot de goede sfeer bij het werk veel bijdragen.

[…]Wat voorop moet staan is het dienen van het algemeen belang vóór het eigen belang; onder de doelstellingen moet ook gerekend worden het prefereren van welvaart op lange termijn, het geven van de grootste mogelijke zekerheid aan de mensen die in de onderneming werken. De mens wordt hoger aangeslagen dan de machine. Kortom: in de onderneming werken allen voor één doel en ieder krijgt zijn deel.”
(bron: A. Teulings, Philips. Geschiedenis en praktijk van een wereldconcern, Amsterdam 1976, p. 130)