Het zinloos houden (of het zinloze uithouden) – Paaspreek

Er is een verhaal over een dominee die van de ouderling zondagmorgen een briefje kreeg met daarop enige woorden voor de preek. Dat opende hij dan zodra hij de preekstoel beklom, en hij improviseerde er een preek van. Een goede preek. Op een dag was de ouderling het vergeten, of hij gaf het verkeerde briefje… in ieder geval stond er geen woord op geschreven!

Dominee stond boven op de preekstoel, keek naar het briefje in zijn hand en begon. “Niets! Uit niets heeft God de wereld geschapen!” En het werd zijn beste preek ooit.

Ik doe dit de dominee uit het verhaal niet na. Toch wil ik het vandaag met jullie ook over één woord hebben. Niet door de ouderling aangereikt, maar door de schriftlezing uit Matteüs. Het is het Griekse werkwoord Skandalidzo.

“Jullie zullen mij vannacht allemaal afvallen.” Zegt Jezus als ze de ruimte waar ze het Paasmaal hebben gegeten verlaten. Petrus zegt: “Misschien zal iedereen u afvallen, ik nooit.” Afvallen, daar staat het. Skandalidzo. Maar met de vertaling ben ik niet zo blij. Het lijkt namelijk of het om ‘verraden’ gaat. Zo van: als het erop aankomt, kan de Heer niet op zijn leerlingen rekenen. Nu klopt dat wel met wat er in het verhaal staat te gebeuren… drie keer kraait de haan voor Petrus als hij volhoudt ‘ik ken die man niet’. Maar het woord Skandalidzo betekent iets anders dan ‘jullie zullen me laten vallen als een baksteen’: dat is eerder het gevolg ervan.

Skandalidzo: ons woord ‘schandaal’ komt er vandaan, en als we zeggen dat iets schandalig is bedoelen we daarmee dat het onze verontwaardiging verdient. Hoe durf je. We nemen er aanstoot aan. Skandalizo is aanstoot geven. En in de tekst die we lazen staat letterlijk: ‘Jullie zullen vannacht allemaal aanstoot aan mij nemen.’ En Petrus zegt ‘Misschien zal iedereen aanstoot aan u nemen, ik nooit.’ Dat aanstoot nemen aan is de reden dat de leerlingen Jezus zullen laten vallen.

Wat is er dan zo schandalig aan wat er staat te gebeuren met Jezus? Waarom zullen ze verontwaardigd zijn over wat Jezus doet? Wat gaat hij doen dat zijn leerlingen op hem reageren met ‘dat kun je niet maken, dat is aanstootgevend’. Het antwoord op deze vraag biedt een andere, voor sommigen misschien nieuwe kijk op het lijdensverhaal. Namelijk dat het lijden en sterven van Jezus niet gezien moet worden als een handeling die zin had. Zijn dood had in zichzelf geen zin. Jezus ging niet lijden en sterven omdat hij er een doel mee wilde bereiken. Hij offerde zichzelf niet op omdat hij zeker was dat er dan een betere toekomst voor zijn leerlingen was weggelegd.

Dit gaat in tegen wat we gewend zijn te veronderstellen in de kerk. Het gaat ook in tegen wat veel stemmen in onze traditie ons doorgegeven hebben. Het gaat zelfs in tegen zaken die Paulus en de evangelisten ons leren: dat er een bedoeling was, en dat je het lijden niet moet isoleren maar het moet begrijpen vanuit de koppeling met de opstanding. Er wordt naar Pasen toegewerkt, en in dat licht is de dood van Jezus een tussenstation. Een verschrikkelijk tussenstation maar hij wist waar het op uit zou lopen dus hij hield het vol. De heldhaftige Zoon van God.

Sommigen zullen er aanstoot aan nemen dat ik dit zeg: dat de dood van Jezus niet verzacht kan worden door er een hogere bedoeling aan toe te dichten. Zoals de dood van zoveel naamloze onschuldigen in onze wereld als een open vraag, een aanklacht, een om hulp uitgestrekte hand naar het niets overeind staat in alle zinloosheid en niet verzacht kan worden, niet verzacht mag worden door te zeggen dat er vast een verborgen bedoeling mee was. Of dat er schuld aan ten grondslag ligt. Of dat het nu eenmaal erbij hoort in deze onvolmaakte wereld maar… die gaat straks volmaakt worden hoor.

Jezus is de held van zijn discipelen. Hun leraar. Dichterbij God zijn ze nog nooit geweest en ze merken dat hij hun kracht geeft, een visioen, een ideaal. Het kan, een betere wereld, ze putten er moed uit. Barmhartigheid, rechtvaardigheid, en trouw aan God en de naaste: wat een prachtige missie voor onze levensweg. Er groeit iets rondom Jezus, voelen ze, dat uiteindelijk sterker zal zijn dan alles wat mensen onderdrukt, er gloort bevrijding en Jezus is de bevrijder. Maar wat er gebeurt in Jeruzalem is een totale ontgoocheling. Dat Jezus er per sé naartoe wilde, ondanks dat ze allemaal wisten wat de stemming onder de leiders van het volk was, vooruit. Maar wat er gebeurt als hij gevangen genomen wordt..!

Jezus vecht niet en verbiedt zijn leerlingen te vechten. Dat doe je toch niet? Zijn leerlingen zouden voor hem zijn gestorven in de strijd als ze hem daarmee hadden kunnen helpen ontsnappen. Maar dat doet hij niet. Hij wil niet ontsnappen. Nou ja, maar even kijken wat er gebeurt: hij wil misschien een showproces uitlokken om daar in het hart van de rechtspraak het onrecht aan de kaak te stellen. Maar nee… hij zegt niets om zichzelf te verdedigen. Waar is nu die stoere redenaar gebleven, die de leiders zo goed de waarheid kon zeggen? Er staat een geslagen man, bespot, hij heeft al zijn waardigheid uit handen gegeven en hij laat het gebeuren. Hij laat zich, zoals een mak lammetje naar de slachtbank, naar zijn dood toe leiden zonder iets te zeggen en iets te doen.

Dat is toch verschrikkelijk? Daar kun je met je verstand toch niet bij? Hij heeft niets gedaan, hij is onschuldig tegenover de wetten van de Romeinen en tegenover de wetten van de godsdienst maar hij pleit niet voor zichzelf. Heeft hij een doodswens? Hoe zo: na mijn dood moet je naar Galilea gaan om mij te ontmoeten… waarom gaan we niet nu meteen naar Galilea? Wat een demasqué. Je kunt het niet aanzien. Je kijkt beschaamd weg. Jezus, Meester, goede vriend, wat doe je nou. Bij deze man wil ik toch niet horen, iemand die zich als een dwaas in zijn eigen sterven stort. Dat is toch een skandalon, schandalig. Hij geeft al zijn waardigheid prijs, en daarmee ook de waardigheid van ons die hem al die tijd gevolgd zijn en hem op handen hebben gedragen.

Verontwaardigd worden we door hem. We zouden hem wel willen toeroepen: “Wat is de zin hiervan Jezus?” “Waarom?” Waarom is een vraag als een afgrond, als de muil van het dodenrijk, als de bodemloze diepte van de zee. En als er geen antwoord komt keren we ons beschaamd van Jezus af: het “ik ken hem niet” van Petrus betekent dan niet ‘ik ben bang met hem te sterven’ het betekent ‘met de man zoals die daar staat heb ik me nooit verbonden: daar hoor ik niet bij. Ik hoor bij de Jezus die hij tot gisteren nog was.’ Petrus’ angst is dan geen angst voor zijn eigen hachje maar volkomen radeloosheid die door Jezus’ zinloze lijden en sterven in hem wordt opgewekt.

Hij blijft lange tijd in de van een afstandje kijken of Jezus toch nog, plotseling een konijn uit de hoge hoed zal gooien, in zijn kracht zal gaan staan. Maar hij druipt gedesillusioneerd af als Jezus zijn mond niet opendoet. En als hij zijn mond opent aan het kruis doet hij dat alleen maar omdat hij dorst heeft, en zich godverlaten voelt.

Vinden jullie dit een leuk beeld dat ik van Jezus schets?

De discipelen ook niet. De evangelisten ook niet. De kerkvaders ook niet. En zo kun je de hele christelijke traditie zien als een worsteling om met hart, ziel, verstand en zinnen zin te geven aan de dood van Jezus. We komen tegen zijn dood in opstand. We zoeken verklaringen zoals: ‘Als we zijn woorden en daden herlezen in het licht van het Oude Testament, dan is hij een bijzondere man van God met een duidelijke plek in Gods plan met de wereld.’ Of zoals: ‘hij is waarlijk opgestaan, dat kan niet anders.’ Of zoals de discipelen en evangelisten: ‘hij is de Messias, radicaal anders dan we verwachtten en daarom is juist hij de messias.’ En voor elke verklaring valt wat te zeggen.

In onze liturgie zingen en lezen en bidden we ons een weg tegen de verontwaardiging in, boven onze angst voor zinloosheid uit. God is niet de persoon die ons antwoorden geeft maar de Naam die onze vragen met behulp van alle verhalen die over hem verteld worden, richting geeft.

Geen enkel antwoord voldoet. Niets! Maar om daar nou als die dominee een preek over te gaan houden… Misschien moeten we wel meer zwijgen dan preken. Meer vragen dan antwoorden. Want te gauw praten we goed wat niet goed te praten is. Te snel dekken we het onpeilbare lijden toe met pogingen om het opnieuw in te kaderen, om het zin te geven. Te snel geven we het zinloze sterven zo’n draai dat het toch nog zinvol wordt, mooi gladgestreken zodat wij er niet meer over hoeven te vallen.

Skandalizo. De zinloosheid van de dood zo aanstootgevend dat je erbij vandaan wilt. De manier van sterven van Jezus zo verschrikkelijk ontluisterend dat het je angst aanjaagt. Natuurlijk zoeken we naar zin en betekenis. Zoeken we een uitweg voor onze verontwaardiging. Komen we in opstand tegen de dood. Misschien is dat wel opstanding: bevestiging van onze opstandigheid.

Ik heb Pasen bewust even tussen haakjes gezet in deze preek. Omdat welk antwoord dan ook, op de vraag naar wat in godsnaam de zin van zinloos lijden is, nooit dat lijden vergoelijken mag. Het moet ons onrustig blijven maken, zodat onze zoektocht naar antwoorden niet verzandt in pogingen van ‘zand erover’. Zodat wij blijven roepen dat ons recht verschaft zal worden.

1 reactie

  1. edevries

    Prachtig Kaj, het is heel goed dat ik pas nu lees, na mijn eigen worsteling over dit Bijbelgedeelte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *