Een studente belt bij me aan, rond etenstijd. Om haar nek een ID-kaart, en op haar arm een map met logo van een goed doel. Ze vraagt me of ik het ook zo erg vind, van die zieke kinderen. En prikt op die manier met de precisie van een steekmug mijn gevoel van medelijden aan.
Nee zeggen doet een goed mens niet
Volmondig zeg ik ja op haar vragen. Nee zeggen komt niet bij me op, dat doet alleen iemand zonder gevoel. Terwijl ik een rechtvaardig en empathisch mens ben. Een goed mens. Mijn zelfbeeld staat op het spel!
Ik ben een goed mens!
Dan biedt de student mij een fantastische mogelijkheid. Ik kan iets doen met het gevoel van medelijden en rechtvaardigheid dat haar vragen in mij hebben aangeprikt. Aan mezelf laten zien dat ik een goed mens ben. Want ik kan hier en nu een donatie-abonnement afsluiten om het goede doel steunen dat er met mijn geld werk van maakt. “En dat kan al vanaf 5 euro per maand.”
Nee zeggen is mezelf verloochenen
Probeer dan nog maar eens nee te zeggen. Je bent onbewust herinnerd aan wat een goed mens je bent, vol empathie en rechtvaardigheidsgevoel. Zeggen: ‘Ja ik vind het heel erg maar ik wil er toch niets aan doen’, dat zou zelfverloochening zijn.
Het is een toneelstukje
Het is erg knap in elkaar gezet, dat gesprek aan de deur. Vanaf de eerste vraag neemt de studente de leiding, en drijft me in de richting van een keuze door mijn onbewuste zelfbeeld te prikkelen: een abonnement of mezelf verloochenen. Dat heeft ze geleerd en geoefend: elke vraag en reactie van haar kant is voorgekookt. Ik draai nietsvermoedend mee in een toneelstukje waarvan zij alleen het script heeft. Resistance is futile!
Nee zeggen geeft psychische jeuk
Als de eerste vraag gesteld is, kan ik niet zomaar meer ontsnappen aan het script. Aan het einde nee zeggen levert me geheid psychische jeuk op. Tussendoor het gesprek afbreken gaat in tegen wat ik geleerd heb dat netjes is, en ik ben netjes (toch?). En ook bij voorbaat nee zeggen zorgt voor kriebels, want: wat ben ik voor mens als ik niet eens opensta voor een goed doel? Het jeukt op een plek waar ik met mijn verstand niet goed bij kan.
Zijn het geen rotzakken dan?
Allemaal rotzakken zijn het, want ze beïnvloeden je tegen je zin, die goededoelenabonnementenverkopers. Dat zou je zo maar kunnen denken. Wat een goede oplossing! En tegen rotzakken mag je nee zeggen zonder je schuldig te voelen, toch?
Toegevoegde gedachten om de jeuk te verzachten
Psychische jeuk kom je vaak pas op het spoor door je gedachten naast de feiten te leggen, als je concludeert dat ze niet kloppen. Feit is dat ik helemaal geen reden heb om van de studente die bij mij aanbelt bij voorbaat een rotzak te maken. Het toevoegen van die gedachte helpt me wel om de jeuk van mijn nee (of het nu bij voorbaat van het gesprek is, tussendoor of achteraf) wat te verzachten.
Slotsom: ik ben goed
Alles om mijn zelfbeeld overeind te houden. Want ik ben goed. Ook al steun ik geen goede doelen. Ehm… ik moet even krabben…
Deze post is onderdeel van een serie over cognitieve dissonantie