Wat is het ABC van intrinsieke motivatie?
Het ABC van motivatie is gebaseerd op de Self Determination Theory van motivatie-onderzoekers Deci & Ryan. Zij gaan ervan uit dat mensen zich willen blijven ontwikkelen (vandaar “zelfdeterminatie”). Om gemotiveerd te blijven, heb je het nodig om je autonoom en competent te voelen, en zinvolle verbinding met anderen te ervaren. Het ABC wordt toegepast in opvoeding, onderwijs en organisaties (HR).
A- Autonomie
Als je zelf je ruimte kunt innemen op een manier die bij je past, voel je je autonoom. Je wilt met andere woorden invloed hebben op je omgeving en op wat je doet.
Het tegengestelde van autonomie is een toestand van slavernij,
met een gevoel van onmacht.
In de jaren ’60 dacht Douglas McGregor al na over de intrinsieke motivatie van werknemers. Lees hier over zijn idee van Theory X (slechte) en Theory Y (goede) organisaties.
B- verBinding:
Je wilt onderdeel zijn van een netwerk van mensen, waarin je gelijkwaardig bent, en elkaar in levenden lijve tegenkomt. Je hebt het nodig je gezien, gewaardeerd en geaccepteerd te voelen om wie jij bent. En dat je ook anderen mag zien, waarderen en accepteren.
Het tegengestelde van verbinding is een toestand van isolatie,
met een gevoel van eenzaamheid.
C- Competentie
Je wilt de ervaring hebben dat je in staat bent om je, met inspanning, nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken. Dan voel je je competent: je doet ertoe.
Het tegengestelde van competentie is een toestand van passiviteit en stagnatie, met een gevoel van tekortschieten.
ABC op de WERKVLOER
Ieder mens heeft behoefte aan autonomie, verbinding en competentie. Hoe krijgen die drie vorm op de werkvloer? Kortom: hoe beïnvloedt het ABC de motivatie in je werk? Je kunt deze vraag stellen voor werknemers/medewerkers, en je als leidinggevende afvragen of je de voorwaarden voor intrinsieke motivatie schept.
Gemotiveerde werknemers
A – ervaren invloed heb op hun werkomgeving en werkinhoud (autonomie)
B – voelen zich door de organisatie in staat gesteld om meer dan slechts functionele relaties te ervaren met collega’s (verbinding)
C – krijgen de kans nieuwe vaardigheden aan te leren, doordat de organisatie dat faciliteert en/of waardeert (competentie)
Er is nog 1 ding aan te vullen bij dit punt. Je zou het de Z van zinvol kunnen noemen.
Gemotiveerde werknemers
Z – beschouwen hun werk als zinvol.
Motiverende leidinggevenden
A – laten ruimte voor echte invloed van de werknemers, geen schijninvloed, op werkinhoud en werkproces. En ze stimuleren de autonomie van hun werknemers.
B – faciliteren ontmoeting en verbinding tussen de collega’s. Ze gaan zelf ook zinvolle verbindingen aan.
C – stimuleren en faciliteren het gebruiken en leren van nieuwe vaardigheden en talenten van de medewerkers. En bieden ruimte om ermee te experimenteren.
Self Determination Theory
Het ABC van intrinsieke motivatie is gebaseerd op de (gevalideerde) Self Determination Theory van Deci en Ryan. Lees er hier meer over (externe link).
Spin-off: het ABC in je dagelijks leven
Sommige mensen hebben kinderen. Of ze geven les op school. Dan wil je ook graag intrinsieke motivatie. Dan hoef je niet te dreigen met straf, of ze de wortel van een beloning voor te houden. Beter voor jou. Beter voor de kinderen. Hoe bereik je intrinsieke motivatie in de opvoeding?
Ontdek mijn best gelezen artikel over opvoeden en intrinsieke motivatie. Dat is de samenvatting van Unconditional Parenting door Alfie Kohn.
ABC in de OPVOEDING
Stel jezelf als opvoeder of leerkracht deze vragen om te checken of je voldoende voedingsbodem biedt voor intrinsieke motivatie.
A – Is er ruimte voor onderhandeling over regels, en wordt de inbreng van het kind daarbij gehoord door de ouders/leerkracht (autonomie)
B – Ligt er onder de interactie tussen de volwassene en het kind een fundament van onvoorwaardelijke liefde, dat door het kind ook in het dagelijks leven ervaren wordt? (verbinding)
C – Krijgt het kind uitdaging en aanmoediging om zich regels en vaardigheden eigen te maken? (competentie)
Bang een soft kind te kweken? Niet nodig! Lees hier mijn interview met professor Soenens voor Kiind Magazine, Softe ouder, soft kind? (externe link).
Anders geformuleerd
A- Kun je kinderen in de stress van alle dag ruimte geven voor wat zij belangrijk vinden, voor gesprek en discussie vanuit gelijkwaardigheid?
B- Merkt een kind onvoorwaardelijke acceptatie, in de manier waarop je met hem of haar omgaat en communiceert (door bijvoorbeeld gedrag te benoemen als ‘verkeerd’ zonder het kind te benoemen als ‘stout’ of ‘slecht’ of ‘dom’)?
C- Los je niet teveel dingen voor de kinderen op, en heb je zicht op wat ze kunnen? Ben je in staat om zelf vooruit te kijken en het kind uitdagingen te bieden waar zij met wat inspanning aan kan voldoen? Overvraag je het kind niet, en als het faalt voorkom je dan dat het zich een loser voelt?
(Geïnspireerd door Soenens & Vansteenkiste, Vitamines voor Groei)