Er was eens een jager, van wie de zus trouwde met een blinde man. Op een avond gingen de mannen samen uit jagen. Bij het schieten van apen met pijl en boog bleef de zwager rustig staan. Maar toen ze een vogelval zetten, vlocht ook hij er een. De jager keek vol bewondering naar de vaardige handen van zijn zwager, en hoe die feilloos een geschikte plek wist te vinden voor zijn strak gevlochten val. Die van hem zette hij ernaast.

Toen ze samen na een nacht in het woud hun vallen controleerden, trof de jager in die van hem een kleine bruine vogel aan. Maar in de val van de man van zijn zus vond hij een prachtige witte vogel met een staart in alle kleuren van de regenboog. Even twijfelde hij, maar toen gaf hij zijn bruine vogel aan zijn zwager en besloot de prachtige vogel als geschenk voor zijn eigen vrouw mee te nemen. Wat zou ze trots op hem zijn. En de blinde man zag toch het verschil niet.

Toen ze samen de terugreis naar het dorp hadden aanvaard, hadden ze het over een burenruzie die in hun dorp was ontbrand. De jager was onder de indruk van de wijze waarop zijn blinde zwager erover sprak. Hij vroeg hem daarom:  ‘Waarom vechten mensen toch met elkaar?’ De zwager antwoordde resoluut: ‘Omdat mensen elkaar dingen aandoen zoals jij mij net hebt aangedaan.’ De jager schrok en werd vol van schaamte. Hij haalde de prachtige vogel uit zijn tas, zei: ‘Sorry, mijn broer’ en gaf hem aan zijn zwager. Hij kreeg er de bruine vogel voor terug. Zwijgend liepen ze verder. Na een tijdje doorbrak de jager de, voor hem, ongemakkelijke stilte en vroeg: ‘Hoe kunnen mensen weer vrienden worden?’ Zijn zwager glimlachte en zei: ‘Dan doen ze wat jij net hebt gedaan.’

Bewerking door Kaj van een verhaal uit Zimbabwe

Meer verhalen lezen? Koop dan een van mijn verhalenbundels!