Hiiiiii

Ja, ja, jullie hebben me vast al wel eens gezien.

Op de plaatjes. In de standbeelden!
Ik ben het paard van …

Nee niet van Sinterklaas. Ik ben het paard van Sint Maarten!
Wat dacht je, dat hij met zijn harnas aan lopend van hot naar her ging?
Nee joh! Als een echte rijke Romeinse ridder rijdt hij natuurlijk paard.

En dat paard ben ik. Zwart glanzend als een keutel in de maneschijn. Kleurt fantastisch bij zijn rode mantel. Die zo lekker over mijn billen, ehm, achterhand glijdt tijdens het rijden!

Al toen ik een veulen was wist ik: ik word een bijzonder paard. Trainen joh. Zodat ik sterk zou worden. En hoog kon springen, en kon steigeren fier op mijn achterbenen. Galopperen, draven, stappen. Benen hoog!
En supersnel omdraaien als het nodig was. Mijn moeder was zo trots…

Op een dag stond hij daar. Maarten! Hij werd mijn trouwe tweevoeter. Samen trokken we de wijde wereld in, met het leger van de keizer.

We hebben veel gestreden samen.
Hij op mijn rug met zijn schitterende zwaard.
Allebei waren we dapper en moedig.

En als ik stond uit te rusten bij de andere paarden, lekker een beetje grazen in het verse gras, dan zei ik altijd trots dat Maarten mijn ridder was. Zij draaiden mij dan natuurlijk jaloers hun kont toe.  Want zij hebben geen Maarten.

We kunnen goed vechten. Maar we kunnen ook goed luisteren. En helpen. Ja… dat vergeet je als strijder nog wel eens. Dat je meer kan betekenen dan alleen maar vechten.

Het vechten is wel zo’n beetje klaar trouwens, voor ons. Dus gisteravond waren we op reis. In een galopje van A naar B.

We reden naar een stad voor de nacht. Maarten hield mijn galop in, oh ja, ik moet stappen door een poort brrrrrfff… ruik ik mensen?

Zit daar in de poort een, een,
niet zo lekker ruikende tweevoeter.
Nou stinkt het altijd in de stad.
Maar deze. Brrrrff.

En hij riep. Ik spitste mijn oren en hoorde hem Maarten zeggen. En toen ik stil bleef staan hoorde Maarten het ook.

“Maarten, heb medelijden.” Maarten bedacht zich geen moment en sprong van mijn rug. Brrrr fris, zo zonder warme mantel over mijn billen 

“Het wordt al donker en ik heb geen voedsel, ik heb het koud,
heb medelijden” zei de stinkmens.

“Ik heb geen geld en voedsel,” zei Maarten.
“Maar wacht.”

En toen pakte Maarten zijn zwaard. Hief het op. En even schrok ik. Ik dacht, hè? Ik deed een stap achteruit. Maar in zijn andere hand nam hij zijn
rode mantel en sneed een stuk eraf. De helft gewoon!
En hij legde hem om de schouders van de stinkman. “Zo, dan hebt u het in ieder geval niet koud vannacht.” 

Maarten sprong op mijn rug, en toen ik weg draafde hoorde ik achter ons de man nog roepen: “Dankjewel, Maarten, je bent een heilige!”

We zijn vanmorgen verder gereden. In de richting van Tours.
Maarten met een halve mantel. Voelt wel wat fris op mijn billen,
ehm, achterhand. Maar zo vergeet ik het niet. Wat er gebeurd is.

En de stinkman had het harder nodig als ik.

Ik ga er vanavond lekker over opscheppen denk ik. Over Maarten die zijn mantel deelde. Ik zal trots vertellen hoe ik heb kunnen helpen door te luisteren en stil te staan.

Dat is mijn Maarten. En ik? Ik ben het paard van een heilige!

Hiiiiii