EEN ENGEL

Het werd avond.
Zijn wij uitgevochten, vroeg een man.
Wij zijn uitgevochten, zei een engel

en hij tilde de man op, hield hem tegen het licht,
en zei: je bent doorzichtig, nu

Laat me maar los, zei de man
en de engel knikte en liet hem los.

De man woei weg

en zij die achterbleven spraken over iets
dat zij hoger achtten
dan de liefde, iets zwarts,
ze wisten niet hoe ze het moesten noemen,
iets wrangs,

of spraken zij over de dood,
over een varken wroetend onder een dode boom,

of over de zee?

Toon Tellegen
Uit: Kruis en munt, Querido, Amsterdam, 2000

(ik vond het gedicht hier)